Het bont zandoogje is een vlinder die de laatste jaren steeds meer voorkomt in Nederland. Je kunt hem overal in het land tegenkomen, zolang er maar wat bomen en struiken in de buurt zijn.

Het bont zandoogje is een vlinder die je vooral ziet van eind maart tot eind oktober of november. Deze vlinder komt in twee en soms drie generaties voor. De mannetjes zijn heel territoriaal en verdedigen hun plekje. De vlinders eten honingdauw, sap van fruitbomen en nectar van de braam.

De rups van het bont zandoogje is te zien van half mei tot half september. Sommige rupsen groeien sneller dan andere. De meeste rupsen overwinteren als pop, maar sommige rupsen gaan als rups de winter in. De vrouwtjes leggen hun eitjes af op verschillende planten, zoals grassen en planten die in de schaduw groeien.

De vlinders verschijnen in april. Ze eten vooral honingdauw van bladluizen, sap van bomen en nectar. Mannetjes hebben een territorium en vliegen rond om een vrouwtje te vinden. Bij warm weer vliegen ze meer rond dan bij koud weer. Donkere mannetjes warmen sneller op en kunnen daardoor meer rondvliegen. Ze reageren op andere vlinders, insecten en zelfs vogels. Als een ander mannetje het territorium binnenvliegt, volgt er een achtervolging tot een van beiden wegvlucht. Als een vrouwtje het territorium binnenvliegt, wordt ze achtervolgd tot ze landt. Dan begint de paring.

Kijk ook op: De Vlinderstichting | Vlinder: bont zandoogje / Pararge aegeria