Klein geaderd witje

Familie:
Aurelia’s (NYMPHALIDAE)
Zeldzaamheid:
Een zeer algemene trekvlinder die verspreid over het hele land wordt gezien.
Beschrijving
Dit is een heel gewone vlinder, je kunt hem overal in Nederland tegenkomen.
In de maanden april tot juni en van eind juni tot september vliegt de soort in drie generaties. De tweede en derde generatie overlappen elkaar. In sommige koele en natte jaren zijn er slechts twee generaties. In erg warme jaren kan er zelfs een kleine vierde generatie voorkomen.
De rupsen komen half mei tot begin juli en weer in augustus tot begin oktober. Ze overwinteren als poppen, hangend aan een stam of een steen.
De vrouwtjes leggen hun eitjes apart, vaak aan de onderkant van bladeren van kleine planten. De rupsen die op hetzelfde moment uit hun eitjes komen, verpoppen zich verspreid over een lange periode. De verpopping gebeurt meestal niet op de bladeren van de plant, maar laag en verborgen tegen de stengels of boomstammen.
De vlinders vliegen in groepjes. Ze voeden zich met nectar van verschillende planten. Mannetjes komen eerder uit de pop dan vrouwtjes en patrouilleren vooral langs bosranden en paden.
Om eitjes af te zetten moeten vrouwtjes meerdere keren paren. Na paring moeten ze zich na ongeveer zes dagen opnieuw laten bevruchten.
Kijk ook op: De Vlinderstichting | Vlinder: klein geaderd witje / Pieris napi



