Deze vlinder kun je overal in ons land kunt vinden. Hier is wat je moet weten over hem:

Deze vlinder vliegt van eind juni tot begin oktober. Na de winter, van begin februari tot begin juni, komt hij ook weer tevoorschijn. Hij vliegt voor een lange tijd, allemaal in één keer!

De rupsen van deze vlinder leven van half april tot eind juni. Ze zijn moeilijk te vinden omdat ze zich verstoppen langs de middennerf van een blad. In de winter verstoppen de vlinders zich in struikgewas of dichte graspollen.

Het vrouwtje legt haar eitjes apart op de onderkant van jonge blaadjes. Ze vliegt veel rond, dus de eitjes zijn verspreid over een groot gebied.

De jonge rupsen verbergen zich overdag aan de onderkant van het blad. ‘s Nachts eten ze kleine stukjes van het blad. Als ze groter zijn, verplaatsen ze zich naar de bovenkant van het blad en eten ze alles op.

De eerste vlinders verschijnen in juli en mannetjes en vrouwtjes komen tegelijk uit de pop. Ze zwerven veel en zijn te vinden op plekken waar veel bloemen zijn, zoals in tuinen en bosgebieden. In het voorjaar zoeken ze beschutting in struiken of laag bij de grond in een graspol. Ze paren in het voorjaar, en vrouwtjes doen dat maar één keer kort na de winter.

Kijk ook op: De Vlinderstichting | Vlinder: citroenvlinder / Gonepteryx rhamni